LIST lezen
Wat is LIST lezen?
LIST is geen methode, maar een methodiek waarmee je kinderen leert lezen aan de hand van boeken die ze leuk vinden.Hier oefenen de kinderen hun technische leesvaardigheid met zelfgekozen boeken uit de schoolbieb. LIST heeft een aanpak gericht op voorbereidend, aanvankelijk en voortgezet lezen. Betrokkenheid bij lezen, motivatie en het maken van (voor)leeskilometers staan voorop.
Jong geleerd
De aanpak begint al bij de kleuters, bij het voorbereidend lezen. Het uitgangspunt is een rijke leeromgeving waarbij gewerkt wordt vanuit essentiële, brede thema’s die tot verdieping leiden. De prentenboeken die worden ingezet, kenmerken zich onder anderen door hun sterke verhaallijn. Zij worden meerdere malen voorgelezen en verder volgens een vaste aanpak uitgewerkt. In de schrijfhoek gaan de leerlingen aan de slag met het schrijven van krabbels, herkenbare woorden en soms al enkele zinnetjes. Hiermee wordt al doende het verband gelegd tussen lezen en de motoriek van het schrijven.
De aanpak voor het aanvankelijk lezen werkt met behulp van een blokkenmodel. De blokken worden naast de leesmethode of aanpak die de school gebruikt gelegd. Zo worden de essentiële leeshandelingen er uitgelicht. In de leestijd draait alles om wat er toe doet om te leren lezen. Letters aanbieden, letters lezen, letters schrijven. Van letters naar woordjes naar zinnetjes naar tekst. Het voortgezet technisch lezen, start met het hardop lezen in tweetallen, dit noemen we hommelen. Om de beurt lezen de leerlingen elkaar voor uit één boekje, waarbij ze elkaar helpen. Zodra ze niveau E4 hebben bereikt gaan ze stillezen in hun zelfgekozen boeken.
Leestijd is leestijd
Een leesles vanaf niveau E3 duurt 35 minuten per dag. Elke les begint met een boekenbabbel, een opstartmoment. Dat kan van alles zijn: de leerkracht kan een stukje voorlezen, praten over een genre, vragen naar de mening van leerlingen of praten over een spannend stukje tekst. Dit opstartmoment staat in het teken van boekenreclame, beleving, het verfijnen van smaak en literatuureducatie. Daarna gaat iedereen stillezen. Daarbij geldt de gulden regel: lezen is lezen. Niet even naar de wc, en ook het uitzoeken van boeken gebeurt op een ander moment. Hierbij geeft de leerkracht het goede voorbeeld: hij of zij gaat zelf ook lezen of houdt een leesgesprekje. Na de stilleestijd sluit de leerkracht af door terug te komen op het startmoment.
Bron:
LIST lezen