Expliciete Directe Instructie
Op basisschool de Uilenpoort geven de leerkrachten zo veel mogelijk instructie op basis van het Expliciete Directe Instructie model (EDI) in twee instructiegroepen. EDI bestaat uit een aantal vaste lesonderdelen, aangevuld met technieken. Het doel is om de leerstof succesvol aan te leren aan zowel de sterke, gemiddelde, als risicoleerlingen.
Een belangrijke techniek is dan ook het controleren van begrip tijdens de verschillende lesonderdelen. Voordat leerlingen zelfstandig de leerstof gaan verwerken, moet 80 procent van hen het lesdoel hebben behaald. Zelfstandig werken is effectiever als leerlingen de leerstof in de basis beheersen. De overige 20 procent krijgt een verlengde instructie als de rest van de klas zelfstandig werkt.
Een EDI-les bestaat uit:
- Activeren van de voorkennis
- Lesdoel
- Instructie over het concept
- Instructie over de vaardigheid
- Begeleide inoefening
- Kleine lesafsluiting
- Zelfstandige verwerking
- Verlengde instructie
- Grote lesafsluiting
Een EDI-les bevat de volgende technieken:
- Betrekken en activeren
- Controleren van begrip
- Feedback
- Herhalen
EDI is een vorm van metacognitief lesgeven. Dit betekent dat je als leerkracht weet hoe je instructie geeft, wanneer je bepaalde technieken gebruikt, waarom dit doet en wat het effect ervan op de ontwikkeling van je leerlingen is. Je bent je er dus steeds van bewust wat je doet, waarom je het doet en waarom je het juist op dat moment doet.
Ook bij de leerlingen wordt de metacognitie ontwikkeld door hun de concepten en vaardigheden uit te leggen en hierna zelf te laten verwoorden en toepassen. Ook het stellen van vragen draagt hieraan bij. Door oefening wordt de leerstof in het langetermijngeheugen geplaatst, zodat de leerlingen deze kunnen gebruiken op het moment dat ze het nodig hebben en het kunnen toepassen bij nieuwe complexe problemen.
Bron: Expliciete Directe Instructie 2.0 door John Hollingsworth & Silvia Ybarra